BLOG: North Sea Round Town door Richard Foster- blogpost #3

6 juli 2024

Agenda

‘Internal Examinations’

Alessandro Fongaro in het Batavierhuis en ‘Omaggio alle rose’
door Richard Foster

Klik hier voor de Engelse (originele versie) van deze post.

Live muziek bijwonen voelt steeds meer als een nomadische bezigheid. Terwijl de zekerheden van het oude “toerentijdperk” van de afgelopen vijftig jaar langzaam vervagen, moeten de toeschouwers pakken wat ze kunnen, waar het ook wordt aangeboden. In dit licht zijn festivalresidencies misschien niet alleen een modegril: misschien maken ze deel uit van de oplossing, omdat ecologische en financiële druk steeds meer op de voorgrond treedt. Je moet gewoon bereid zijn om de muziek op onverwachte plekken te vinden. Laten we accepteren dat de trend voor intieme optredens op verrassende of “geheime” locaties de nieuwe norm is, nu de wereld van alles tekort komt…

 

Het is dan ook geen verrassing om verrast te worden door Alessandro Fongaro die een snelle NSRT-gig speelt in het Batavierhuis in Rotterdam, op een podium dat zou kunnen doorgaan voor een oude houten keet. Buiten is er een veganistische brunch, met bieten in de hoofdrol. Afgelijnde afgevaardigden praten over van alles voordat ze naar de benauwde cabine worden geroepen om te luisteren naar verschillende actuele gesprekken over duurzaamheid, veerkracht, ontwikkeling, enzovoort. Vul de lege plekken naar eigen inzicht in.

Blijkbaar nog steeds high van de première in Cinerama de avond ervoor, betreden Alessandro en violist George Dumitriu het podium van links en spelen een korte set van een half uur die aanvoelt als tien minuten. Drie stukken worden gespeeld, te beginnen met een nieuw stuk, blijkbaar nooit eerder uitgevoerd, dat tekstueel voortbouwt op de stukken die in de Hunters in the Snow-set zijn onderzocht. Dumitriu en Fongaro lijken er plezier in te hebben om een obtuse, atonale ontmoetingsplaats te vinden om hun muziek te ontsteken, zoals iemand die een oude radioknop draait om de juiste soort storing te vinden… Een stuk van Fongaro’s andere project, Pietre, volgt; dit stuk heeft een meer vloeiende, vloeibare kwaliteit met enkele sonische invloeden die mogelijk op Romani-muziek zijn gebaseerd. Als reprise horen we een uitgeklede passage uit Hunters in the Snow, de gespannen, soms directe muzikale leidingen zijn nu duidelijker te begrijpen, ontdaan van de emotionele sfeer die de andere strijkers en koperblazers en percussie de avond ervoor toevoegden.

Een paar dagen later bevinden we ons in een andere setting voor een andere set, en setup. Een deur in een zijstraat net ten noorden van het Centraal Station onthult de setting voor een huiskamerconcert in wat ons wordt verteld een oude brandweerkazerne is. De scène is Urban Boho; een ruime tuin, de juiste soort paperbacks in utilitaire boekenplanken, een binnenschommel die allerlei franje suggereert, en wat oorspronkelijk een sump-put kan zijn geweest omgebouwd tot een verzonken keuken. Deze laatste herbergt alle apparatuur die nodig is voor gitarist Gabriel de Oliveira, drummer Giovanni Iacovella en zangeres Beatrice Sberna om Fongaro te vergezellen in een verkenning van klassieke Italiaanse pop – ook wel het project ‘Omaggio alle rose’ (‘Hommage aan de rozen’) genoemd.

Aanvankelijk wat onzeker, (misschien omdat de melodielijnen hier een veel duidelijker leidende rol speelden dan in andere Fongaro-shows bij NSRT) bloeide de set uit tot de soort ruimtelijke stedelijke pop die graag mercuriaal zweeft in welke ruimte het zich ook bevindt. Het selecte en iets te casual publiek zat knikkend, nam goed nota van het directe sonische schetswerk dat de plaats innam van de gedurfde klankwassingen die eerder Fongaro’s shows kenmerkten. Af en toe zochten en vonden mensen de jazzy, improviserende onderstromen die zich kort tastbaar maakten en een vreemde aandrijvende element aan het geheel toevoegden. Fongaro, duidelijk een fan van deze muziek, zong zachtjes mee met Sberna’s expressieve lead en leek verloren in het moment van het spelen van nummers zoals Paolo Conte, Michele Virano en Vito Pallavicini’s ‘Insieme a te non ci sto più’ en het prachtige, jalopy-achtige ‘Valzer della crudeltà’; een nummer uit de jaren ’50 gezongen door Margot, waarin, volgens Sberna, “je realiseert je als je ouder wordt dat alles waardeloos is…” Een onwaarschijnlijke setting voor zo’n sentiment, maar je moet je nooit schamen om het gladde met het ruwe te nemen.

Journalist Richard Foster schrijft een blog voor geselecteerde optredens bij North Sea Round Town 2024. Foster schrijft regelmatig voor The Quietus en Louder than War en heeft geschreven voor Vice (Noisey) en The Wire onder andere.

Foto’s door Maarten Laupman

 

 

Meld je aan voor de nieuwsbrief